L'article 405 du Code judiciaire prévoit, pour les membres de l'ordre judiciaire, deux peines disciplinaires mineures (l'avertissement et la réprimande), quatre peines disciplinaires majeures du premier degré (la retenue de traitement, la suspension disciplinaire, le retrait du mandat et la suspension disciplinaire avec retrait du mandat) ainsi que deux peines disciplinaires du second degré (la démission d'office et la destitution ou la révocation).
Artikel 405 van het Gerechtelijk Wetboek voorziet voor leden van de rechterlijke orde in twee lichte tuchtstraffen (de waarschuwing en de berisping), in vier zware tuchtstraffen van de eerste graad (de inhouding van wedde, de tuchtschorsing, de intrekking van het mandaat en de tuchtschorsing met intrekking van het mandaat) en in twee zware tuchtstraffen van de tweede graad (het ontslag van ambtswege en de ontzetting uit het ambt of afzetting).