Lorsque le conseil de l'aide sociale a confié, conformément à l'article 105, alinéa deux, l'exercice de sa compétence de désigner le personnel du centre public d'aide sociale au bureau permanent ou au secrétaire du centre public d'aide sociale, le bureau permanent ou le secrétaire du centre public d'aide sociale intervient comme autorité de tutelle par rapport aux faits qu'il constate ou dont il a pris connaissance après la délégation.
Als de raad voor maatschappelijk welzijn overeenkomstig artikel 105, tweede lid, de uitoefening van zijn bevoegdheid tot het aanstellen van personeel van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn toevertrouwd heeft aan het vast bureau of aan de secretaris van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn, treedt het vast bureau of de secretaris van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn als tuchtoverheid op ten aanzien van de feiten die hij of het vaststelt of waarvan hij of het kennis heeft gekregen na de delegatie.