qu'après fixation du titre II du VLAREM par arrêté du Gouvernement flamand du 7 janvier 1992, peu ou aucune condition environnementale sectorielle prévue n'a été exécutée; qu'après fixation du nouveau titre II du VLAREM par l'arrêté du Gouvernement flamand du 1 juin 1995 la mise en règle des réservoirs visés avec la réglementation décidée a tout aussi peu été réalisée; que cette " hésitation" des particuliers et des exploitants a finalement mené à une situation dans laquelle la majorité des installations de stockage n'ont toujours pas été contrôlées pour la première fois par un technicien, respectivement par une expert écologique agréé à quelques mois avant l'échéance du délai de transition, notamment le 1 août 2000, pendant lequel le pr
...[+++]emier contrôle périodique de la majorité des installations de stockage aurait dû être effectué; que les particuliers et les exploitants ont manifestement consciemment attendu les derniers mois pour se mettre en règle; que suite à cette attente massive, la période dans laquelle les techniciens/experts écologiques agréés doivent effectuer ces contrôles, est devenue extrêmement courte, de sorte même qu'il soit quasiment devenu impossible de contrôler toutes les installations de stockage visées; que le nombre de telles installations existantes en Région flamande peut être estimé à 760.000 dont environs 450.000 sont enfouies; dat na de vaststelling van de titel II van het VLAREM bij besluit van de Vlaamse regering van 7 januari 1992 weinig of geen uitvoering werd gegeven aan de voorziene sectorale milieuvoorwaarden; dat na de vaststelling van de nieuwe titel II van het VLAREM bij besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 blijkbaar evenmin meteen werk werd gemaakt van het zich in regel stellen van bedoelde opslaginstallaties met de uitgevaardigde reglementering; dat dit « aarzelen » van de betrokken particulieren en exploitanten uiteindelijk heeft geleid tot de situatie waarbij op enkele maanden vóór het verstrijken van de overgangstermijn waarbinnen het eerste periodieke onderzoek voor een groot deel van de opslaginstallaties moet zijn uitgevoerd, met na
...[+++]me 1 augustus 2000, de grote meerderheid van de opslaginstallaties nog niet voor een eerste maal zijn gecontroleerd geweest door een erkende technicus, respectievelijk een erkende milieudeskundige; dat particulieren en exploitanten blijkbaar bewust hebben gewacht tot de laatste maanden van de termijn om zich in regel te stellen; dat ingevolge dit massaal wachten de periode waarbinnen de erkende technici/ erkende milieudeskundigen de voorgeschreven controle-onderzoeken moeten uitvoeren uiterst kort is geworden, zelfs dermate dat het quasi materieel onmogelijk is geworden om alle geviseerde opslaginstallaties nog tijdig te kunnen uitvoeren; dat het aantal bestaande dergelijke opslagplaatsen in het Vlaamse Gewest immers op 760.000 kan worden geraamd waarvan een 450.000-tal ondergrondse zijn;