L'interdiction de résidence entraîne, pour la personne éloignée, l'obligation de quitter immédiatement la résidence commune et l'interdiction d'y pénétrer, de s'y arrêter ou d'y être présente et l'interdiction d'entrer en contact avec les personnes visées au § 4, 3°, qui occupent cette résidence avec elle.
Het huisverbod omvat voor de uithuisgeplaatste de plicht om onmiddellijk de gemeenschappelijke verblijfplaats te verlaten en het verbod tot het betreden van, zich op te houden bij of aanwezig te zijn in die verblijfplaats evenals het verbod om contact op te nemen met de in § 4, 3°, bedoelde personen die met hem deze verblijfplaats betrekken.