En pratique, la qualification d'établissement financier au sens de l'article 105, 1°, b, c ou l, AR/CIR 92, devra s'apprécier de façon restrictive, au cas par cas, au regard non seulement des statuts (objet social) de la société résidente ou de l'établissement belge, mais également des activités réellement exercées.
In de praktijk zal de kwalificatie als financiële instelling in de zin van artikel 105, 1°, b, c of l, KB/WIB 92 restrictief, geval per geval, moeten worden geïnterpreteerd, niet alleen ten opzichte van de statuten (maatschappelijk doel) van de binnenlandse vennootschap of de Belgische inrichting, maar eveneens van de werkelijk uitgeoefende werkzaamheden.