considérant que le Conseil a arrêté la décision 87/373/CEE du 13 juillet 1987 fixant les modalités de l'exercice des compétences d'exécution conférées à la Commission dans les actes qu'il adopte; que cette décision a limité les types de modalités auxquelles cet exercice peut être soumis; que le Parlement européen et le Conseil devraient fixer conjointement les modalités de l'exercice des compétences d'exécution conférées à la Commission dans les actes qu'ils adoptent;
overwegende dat de Raad besluit 87/373/EEG van 13 juli 1987 heeft vastgesteld tot vaststelling, in de besluiten die hij neemt, van de voorwaarden die gelden voor de uitoefening van aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden; dat het onderhavige besluit het aantal typen voorwaarden waaraan deze uitoefening kan worden onderworpen, heeft beperkt; dat het Europees Parlement en de Raad in de besluiten die zij nemen gezamenlijk de voorwaarden dienen vast te stellen voor de uitoefening van aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden,