2. se félicite des importants progrès réalisés en vue d'augmenter le nombre de domaines de compétence législative relevant de la procédure de codécision, mais rappelle qu'un grand nombre de politiques européennes clés continuent de ressortir à la
seule procédure de consultation, en particulier celle sur les capitaux et les paiements (III‑43.3), la politique de concurrence (III-49 et III-55), celle sur la fiscalité (III-59.1, III-59.2 et III-60), le rapprochement des législations (III-61), la politique économique (III-68.2, III-69.1, III-71.2, III-72.2 et III-73.13) et la politique monétaire (III-75.2 et III.90.2); estim
e que la c ...[+++]odécision devrait également être étendue à ces domaines; déplore en particulier le passage de la procédure de coopération à la consultation du Parlement européen aux articles III-71, 72 et 75; 2. is ingenomen met de enorme vooruitgang die is geboekt met betrekking tot de uitbreiding van het aantal terreinen van de wetgevende bevoegdheden waarvoor de medebeslissingsprocedure geldt, maar herinnert eraan dat een groot aantal van de belangrijkste vormen van Europees beleid nog steeds onder de raadplegingsprocedure vallen, met name voor wat betreft kapitaal en betalingen (III-43, lid 3),maatregelen met betrekking tot het kapitaal- en betalingsverkeer in verband met de bestrijding van de georganiseerde criminaliteit, terrorisme en mensensmokkel, mededingingsbeleid (III-49 en III-55), belastingen (III-59, lid 1, III-59, lid 2 en III-60), onderlinge aanpassing van de wetgevingen (III-61), en monetair beleid (III-75, lid 2 en III-90, lid
...[+++]2); is van mening dat de medebeslissingsprocedure ook tot die terreinen moet worden uitgebreid; betreurt met name dat voor wat betreft de artikelen III-71, 72 en 75 wordt overgestapt van de samenwerkingsprocedure op raadpleging van het Europees Parlement;