Il résulte de ceci que, dans l'interprétation de l'article 21, § 1, alinéa 3, du décret du 16 janvier 2004 retenue par le juge a quo, selon laquelle l'administration communale d'une commune non située en Région flamande ne peut pas recouvrer à charge d'une commune de la Région flamande les honoraires et frais que cet
te administration a supportés pour une demande d'autorisation de crémation d'une personne décédée sur son territoire mais domiciliée en Région flamande, la Région flamande rend l'exercice efficace de la politique d'une autre région en matière de funérailles et sép
ultures exagérément difficile ...[+++].
Daaruit volgt dat in de door de verwijzende rechter aangenomen interpretatie van artikel 21, § 1, derde lid, van het decreet van 16 januari 2004 volgens welke het voor een gemeentebestuur van een ander gewest onmogelijk is de door dat bestuur gedragen erelonen en kosten voor een aanvraag tot toestemming voor crematie van een persoon die overleden is in dat gewest, te verhalen op een gemeente van het Vlaamse Gewest, het Vlaamse Gewest het andere gewest overdreven moeilijk maakt zijn beleid op het vlak van de begraafplaatsen en de lijkbezorging doelmatig te voeren.