6. souhaite, par ailleurs, examiner comment les différentes institutions pourraient s'adapter à l'évolution des besoins de personnel dans les limites du budget; constate que la Commission, à la différence des autres institutions, finance un pourcentage croissant de ses effectifs sur ses programmes opérationnels (donc hors rubrique 5), généralement en créant des agences dans le contexte d'un processus d'externalisation; reconnaît que le Parlement n'a pas recours à de telles possibilités et doit financer tous ses besoins au titre de la rubrique 5;
6. wenst dat in dit verband ook wordt onderzocht hoe verschillende instellingen zich kunnen aanpassen aan veranderende personeelsbehoeften in de begroting; stelt vast dat de Commissie anders dan de andere instellingen een steeds groter deel van haar personeelsuitgaven betaalt uit haar operationele programma's (niet rubriek 5 dus), gewoonlijk door werk uit te besteden aan door haar gevormde agentschappen; erkent dat het Parlement deze mogelijkheid niet heeft en voor al zijn behoeften moet putten uit rubriek 5;