La que
stion préjudicielle porte sur la compatibilité avec les articles 10 et 11 de la Constitution, combinés avec l'article 14 de la Convention européenne des droits de l'homme, de l'article 3, 3°, deuxième tiret, de la loi du 26 mai 2002, en ce que cette disposition imposerait aux ressortissants bulgares et roumains des conditions plus strictes pour l'obtention du droit de séjour de plus de trois mois, et, par répercussion, du droit au revenu d'intégration, cré
ant de la sorte une différence de traitement entre les resso ...[+++]rtissants européens selon qu'ils sont Bulgares et Roumains ou ressortissants d'autres Etats membres de l'Union européenne.De prejudiciële vraag heeft betrekking op de bestaanbaarheid, met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met
artikel 14 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, van artikel 3, 3°, tweede streepje, van de wet van 26 mei 2002, in zoverre die bepaling aan de Bulgaarse en Roemeense onderdanen striktere voorwaarden zou opleggen voor het verkrijgen van het verblijfsrecht voor meer dan drie maanden en dientengevolge van het recht op het leefloon, waardoor zij aldus een verschil in behandeling zou doen ontstaan tussen de Europese onderdanen naargelang zij Bulgaren en Roemenen of onderdanen van andere lidstaten v
...[+++]an de Europese Unie zijn.