11. estime que la dimension territoriale de la stratégie est essentielle pour faciliter l'accès aux régions atlantiques et qu'elle devra se concentrer sur l'établissement de liens entre l'espace atlantique et le continent européen, l'interconnexion des réseaux de transport, d'énergie et d'information, le développement des zones rurales et urbaines de l'hinterland ainsi que l'intensification des liens terre/mer, sans négliger les régions ultrapériphériques et insulaires;
11. is van mening dat de territoriale dimensie van de strategie cruciaal is voor het verbeteren van de toegankelijkheid van de Atlantische regio's en dat de strategie gericht moet zijn op de verbinding van deze regio's met het Europese continentale gebied, de onderlinge samenhang tussen de vervoer-, energie- en informatienetwerken, de ontwikkeling van plattelandsgebieden en stedelijke gebieden in het achterland, alsook de versterking van de verbindingen tussen zee en land, met inbegrip van de ultraperifere en eilandregio's;