La faible qualité de la gouvernance des banques, par exemple le manque d'indépendance des dirigeants des banques par rapport aux mondes industriels et politiques, ainsi que le manque de ressources et d'indépendance des autorités prudentielles par rapport au pouvoir politique, n'ont pas permis de déceler la détérioration de la qualité de l'actif du secteur bancaire à temps.
Door de slechte kwaliteit van het bankbeheer, bijvoorbeeld het gebrek aan autonomie van de bankleiding ten opzichte van de industriële en politieke wereld, alsook het tekort aan middelen en het gebrek aan zelfstandigheid van de toezichthoudende autoriteiten ten opzichte van de politieke macht kon niet op tijd worden aangetoond dat de activa van de banksector er kwalitatief op achteruitgingen.