1. « Les articles 127, 128 et 148, § 3, de la loi [du 25 juin 1992] sur le contrat d'assurance terrestre introduisent-ils, à l'égard d'époux communs en biens et ayant géré ensemble une exploitation agricole commune, une discrimination entre époux en ce que ces dispositions omettent de distinguer entre, d'une part, une assurance vie souscrite pour cause de décès entraînant, par cela, dissolution de la communauté et, d'autre part, une assurance vie `mixte' susceptible d'apporter capital au bénéfice d'un époux toujours commun en biens ?
1. « Veroorzaken de artikelen 127, 128 en 148, § 3, van de wet [van 25 juni 1992] op de landverzekeringsovereenkomst ten aanzien van echtgenoten met gemeenschap van goederen die samen een gemeenschappelijk landbouwbedrijf hebben beheerd, een discriminatie tussen echtgenoten doordat die bepalingen geen onderscheid maken tussen een levensverzekering aangegaan wegens overlijden, dat aldus leidt tot ontbinding van de gemeenschap, enerzijds, en, anderzijds, een 'gemengde' levensverzekering die kapitaal kan opbrengen ten voordele van één echtgenoot steeds in gemeenschap van goederen ?