Enfin, il est ressorti de l'échange de vues avec la commission des Affaires institutionnelles que l'on n'estime pas nécessaire de répéter l'interdiction de discrimination dans une disposition relative aux droits de l'enfant, dès lors que les principes d'égalité et de non-discrimination sont déjà garantis en des termes très généraux par les articles 10 et 11 de la Constitution.
Uit de gedachtewisseling met de Commissie voor de Institutionele Aangelegenheden is ten slotte gebleken dat het niet nodig wordt geacht om in een bepaling over de rechten van het kind het discriminatieverbod te herhalen. De beginselen van gelijkheid en niet-discriminatie worden inderdaad reeds op een zeer algemene wijze gewaarborgd bij de artikelen 10 en 11 van de Grondwet.