Les lois adoptées par l'actuelle majorité vont toutes dans le mauvais sens : l'augmentation du nombre de juges de complément unilingues et l'assouplissement de l'examen linguistique montrent que la connaissance approfondie du néerlandais constitue plutôt l'exception et que, au vu du projet en discussion, celle-ci n'est nécessaire que pour un strict minimum (légal) de magistrats.
De door deze meerderheid aangenomen wetten gaan evenwel allemaal de verkeerde richting uit : het verhogen van het aantal eentalige toegevoegde rechters en de versoepeling van het taalexamen doen blijken dat de grondige kennis van het Nederlands eigenlijk uitzonderlijk is en, gelet op onderhavig ontwerp, enkel en alleen nodig is voor het absolute (wettelijke) minimum van magistraten.