17. invite la Commission à convenir avec le Parlement les modalités de sa consultation avant d'adopter des instruments juridiques non contraignants afin de permettre que les mesures non contraignantes proposées soient examinées minutieusement et d'éviter que l'exécutif abuse de ses compétences; propose
à cet effet que des discussions soient engagées sur la conclusion d'un accord interinstitutionnel en la matière; considère que cet accord doit viser notamment à remédier aux contradictions qui sont apparues entre les dispositions de l'article 211, de l'article 249, cinquième alinéa, et de l'article 230 du traité CE et la jurisprudence de
...[+++] la Cour de justice des Communautés européennes, lorsque celle-ci oblige les juridictions nationales à tenir compte, dans les affaires pendantes, de recommandations qui, d'après le traité, ne sont pas contraignantes en soi; 17. verzoekt de Commissie het Parlement te raadplegen over de vraag hoe het Parlement kan worden geraadpleegd v
oordat de Commissie soft law-instrumenten goedkeurt zodat voorgestelde soft law-maatregelen nader kunnen worden onderzocht en voorkomen kan worden dat de Commissie misbruik van haar bevoegdheden maakt; stelt daartoe voor in overleg te treden over het sluiten van een interinstitutioneel akkoord terzake; is van mening dat daarin met name ook moet worden gestreefd naar een oplossing voor de tegenstrijdigheid die is ontstaan tussen het bepaalde in artikel 211, artikel 249, alinea 5 en artikel 230 van het EG-Verdrag en de jurisprud
...[+++]entie van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, waar het Hof de nationale rechtbanken ertoe verplicht in lopende rechtszaken rekening te houden met aanbevelingen, die volgens het Verdrag op zich niet verbindend zijn;