Art. 8. Lorsqu'il existe une présomption sérieuse que des appareils, systèmes de protection ou dispositifs visés à l'article 1, § 2 compromettent la sécurité et la santé des personnes, des animaux domestiques ou des biens, les fonctionnaires et agents visés à l'article 15 peuvent, en cas d'urgence, les mettre sous scellés, sans préjudice d'une application des dispositions de l'article 7.
Art. 8. Indien er een ernstig vermoeden bestaat dat de apparaten, beveiligingssystemen of in artikel 1, § 2, bedoelde voorzieningen de veiligheid en de gezondheid van personen, huisdieren of goederen in gevaar brengen, kunnen de ambtenaren en beambten voorzien bij artikel 15, in noodgeval, deze verzegelen ongeacht de toepassing van de bepalingen van artikel 7.