2. relève que l’incapacité de plusieurs États membres à remplir les obligations découlant du Pacte de stabilité et de croissance a conduit à la modification de ce dernier; exprime des doutes quant à la manière dont le Pacte de stabilité et de croissance est modifié, en ce sens que le rôle de la Commissi
on, qui s’est avéré trop faible dans le passé, n’a pas été renforcé; se félicite des efforts visant à améliorer le volet préventif du Pacte et de l’attention accrue portée au niveau global de la dette; se dit préoccupé par le manque de clarté des nouvelles règles du volet coercitif du Pacte, lesquelles ne présentent pas la transparence qui était
celle des ...[+++]anciennes dispositions; attend des États membres qu’ils adaptent de manière crédible leurs procédures budgétaires au nouveau Pacte; met en garde contre les risques d’une application laxiste du Pacte, qui pourrait saper la crédibilité de l’euro ainsi que la viabilité à long terme des finances publiques et déboucher sur une accélération de l’inflation, ce qui pourrait contraindre la BCE à relever les taux d’intérêt à moyen et à long termes; réserve sa position finale dans l’attente de la présentation des propositions législatives de la Commission; 2
. wijst erop dat het gebrek aan succes van diverse lidstaten bij het voldoen aan de verplichtingen van het Stabiliteits- en Groeipact tot wijziging hiervan heeft geleid; geeft uiting aan zijn twijfel over de manier waarop dit pact wordt gewijzigd, aangezien de rol van de Commissie die in het verleden te zwak is gebleken, niet versterkt is; is er verheugd over dat men ertoe is overgegaan de preventieve elementen van het pact te verbeteren en dat er meer aandacht wordt gegeven aan het totale schuldenniveau; is bezorgd over het gebrek aan duidelijkheid van de nieuwe regels voor de dwingende elementen van het pact die de doo
rzichtigheid van de ...[+++]oude regelingen missen; verwacht van de lidstaten dat zij hun begrotingsprocedures op een geloofwaardige wijze aan het nieuwe pact aanpassen; waarschuwt voor het gevaar van een té flexibele benadering van het pact die tot een ondermijning van de geloofwaardigheid van de euro en van de duurzaamheid op de lange termijn van de overheidsfinanciën zou kunnen leiden, evenals tot hogere inflatiepercentages, waardoor de ECB mogelijkerwijs gedwongen zou zijn de rentevoeten op de middellange en lange termijn te verhogen; behoudt zich een definitief standpunt over deze kwestie voor tot het moment waarop de ontwerpwetgevingsvoorstellen van de Commissie worden gepresenteerd;