La mise à la disposition des receveurs, par le centre de fécondation, de données relatives, notamment, aux caractéristiques physiques du donneur faite a posteriori, c'est-à-dire après l'implantation de l'embryon, peut toutefois être utile pour que les parents puissent répondre aux questions que poseront les enfants issus du donneur, pour autant, bien entendu, qu'ils sachent que leurs parents ne sont pas nécessairement leurs parents biologiques.
Het ter beschikking stellen achteraf, dit wil zeggen na de implantatie van het embryo, door het fertiliteitscentrum van gegevens over onder meer de fysieke kenmerken van de donor aan de ontvangers van de embryo's kan echter wel nuttig zijn opdat de ouders zouden kunnen antwoorden op vragen die er zullen komen van de via de donor verwekte kinderen, vanzelfsprekend voor zover zij op de hoogte zijn van het feit dat hun ouders niet noodzakelijk hun biologische ouders zijn.