Des notions telles que : « objet », « siège », « membres », et « organisation de la direction de l'association et de la gestion de ses biens » qui avaient été prévues en des termes généraux dans la loi de 1919, ont été davantage précisées et distinguées pour tenir compte de l'évolution de la jurisprudence et de la pratique à cet égard.
Begrippen zoals « doel », « zetel », « leden » en « inrichting van het bestuur der vereniging en van het beheer der goederen », die in algemene bewoordingen waren gedefinieerd in de wet van 1919, zijn nader omschreven teneinde rekening te houden met de evolutie van de rechtspraak en de praktijk terzake.