En tant que les parties défenderesses dans l'instance principale critiquent la réglementation concernant « les ventes par correspondance et les ventes effectuées par distributeurs automatiques » dont il est question dans le susdit article 5, 3°, in fine, la Cour ne peut y avoir égard puisque le juge a quo ne l'a pas interrogée à ce sujet.
In zoverre dat de verwerende partijen in het bodemgeschil kritiek leveren op de regeling inzake « de postorderverkopen en de verkopen door middel van automaten », waarvan sprake in het in het geding zijnde artikel 5, 3°, in fine, kan het Hof daarmee geen rekening houden, nu de verwijzende rechter het Hof daarover niet heeft ondervraagd.