Il en résulte que les modifications aux divers règlements de procédure devant le Conseil d'Etat que prévoient les articles 71 et 72 du projet examiné n'ont pas leur place dans ledit projet et que les modalités de perception des droits devant le Conseil d'Etat doivent faire l'objet d'un arrêté royal distinct délibéré au Conseil des ministres en application de l'article 30, § 9, nouveau, des lois coordonnées sur le Conseil d'Etat.
Daaruit volgt dat de wijzigingen van de onderscheiden procedureregelingen voor de Raad van State voorgeschreven bij de artikelen 71 en 72 van het onderzochte ontwerp niet thuis horen in het genoemde ontwerp en dat de nadere regels inzake de inning van de rechten voor de Raad van State moeten worden opgenomen in een onderscheiden koninklijk besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, zulks met toepassing van het nieuwe artikel 30, § 9, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State.