Mijnheer de Voorzitter, ik denk dat elke instelling de rol moet vervullen die hem is toegewezen, in overeenstemming met het evenwicht dat is vastgelegd in de Verdragen, maar het is naar mijn mening van fundamenteel belang om die harmonieuze tandem, die strategische a
lliantie tussen het Parlement en de Commissie weer in ere te herstellen, omdat daarmee zo veel vooruitgang is geboekt en zo veel is bereikt in de Europese Unie en omdat daarmee, in deze situatie, bereikt zou moeten worden dat de Europese Unie, die volgens sommigen een lethargische fase doormaakt, een institutionele siësta houdt, uit die siësta ontwaakt en resoluut een stap in
...[+++] de goede richting zet.