19. admet que pour atteindre l'objectif des 2 °C, les pays en développement devront, ensemble, et notamment les plus a
vancés d'entre eux, limiter considérablement et de manière quantifiable, d'ici 2020, la croissance actuellement prévue de leurs émissions à un niveau inférieur d
e 15 à 30 % à celui auquel elles se situeraient en l'absence de me
sures, et admet que cela nécessitera une aide financière, technique et technologique ainsi
...[+++] qu'un soutien au renforcement des capacités de la part des pays développés; reconnaît que des niveaux de soutien plus élevés seront nécessaires si l'on se fixe des températures moins élevées comme objectif; 19. geeft er zich rekenschap van dat de 2°C-doelstelling alleen kan worden bereikt als ook de ontwikkelingslanden als groep, met name de meer geavanceerde onder hen, tegen 2020 een substantiële en kwantificeerbaar lagere doelwaarde – d.w.z. in de orde van grootte van 15 tot 30% onder het bij ongewijzigd beleid te verwachten cijfer – bereiken dan het momenteel voorspelde emissiegroeipercentage en dat dit financiële, technische en technologische ondersteuning en steun voor capaciteitsopbouw van de ontwikkelingslanden vereist; erkent dat voor de verwezenlijking van lagere-temperatuurdoelstellingen meer steun nodig is;