3. dénonce le fait que le Conseil estime que les conclusions du Conseil européen du 8 février 2013 sont obligatoires pour ses négociateurs; souligne que les conclusions du Conseil européen comportent également des éléments relevant de la procédure législative ordinaire, comme les critères précis d'affectation des ressources, les enveloppes par programme et par bénéficiaire ainsi que les dotations financières discrétionnaires permettant d'adapter le montant des crédits du budget de l'Union reversés aux États;
3. klaagt het feit aan dat de Raad de conclusies van de Europese Raad van 8 februari 2013 als bindend beschouwde voor de onderhandelaars van de Raad; benadrukt dat de conclusies van de Europese Raad ook elementen omvatten die vallen onder de gewone wetgevingsprocedure, zoals gedetailleerde toewijzingscriteria, totaalbedragen per programma of begunstigde, alsmede discretionaire financiële toewijzingen ter correctie van de hoogte van de bedragen die van de Uniebegroting naar de lidstaten terugvloeien;