La liberté individuelle, garantie par l'article 12 de la Constitution, et plus particulièrement le droit au travail, garanti par l'article 23, alinéa 3, 1°, de la Constitution, n'ont pas un caractère absolu.
De vrijheid van de persoon, gewaarborgd bij artikel 12 van de Grondwet, en meer in het bijzonder het recht op arbeid, gewaarborgd bij artikel 23, derde lid, 1°, van de Grondwet, hebben geen absoluut karakter.