L'article 31, § 2, de la loi précitée prévoit que, si la victime est décédée des suites de cas fortuit de violence, les personnes qui, au moment du décès, étaient à sa charge, peuvent demander une aide à charge de l'État lorsqu'à la suite de cet acte de violence, elles se trouvent dans une situation matérielle grave.
In artikel 31, § 2, van deze wet wordt bepaald dat in geval het slachtoffer ten gevolge van een dergelijk ongelukkig toeval komt te overlijden, de nabestaanden die op dit ogenblik ten zijnen laste waren, een hulp ten laste van de Staat kunnen aanvragen, indien zij zich ingevolge van deze gewelddaad in een ernstige materiële noodtoestand bevinden.