(27) Lorsque des défaillances sont détectées dans le cadre d'un contrôle technique, le titulaire du certificat d'immatriculation et, le cas échéant, l'exploitant du véhicule contrôlé devraient remédier à ces défaillances sans délai, surtout si celles-ci représentent un risque pour la sécurité routière.
(27) De tenaamgestelde van het kentekenbewijs en, in voorkomend geval, de gebruiker van een voertuig dat aan een technische controle wordt onderworpen waarbij gebreken worden geconstateerd, in het bijzonder gebreken die een risico voor de verkeersveiligheid vormen, moeten deze gebreken onverwijld verhelpen.