A. considérant que, conformément à l’article 49 du traité sur l’Union européenne, tout État européen qui respecte et reste engagé à promouvoir les valeurs de dignité humaine, de liberté, de démocratie, d’égalité, d’État de droit et de respect des droits de l’homme, y compris les droits des personnes appartenant à des minorités, peut demander à devenir membre de l’Union; considérant que ces valeurs sont le fondement de l’Union européenne, qu’elles guident l’action de l’Union sur la scène internationale, et qu’elles doivent être respectées et défendues par tous les États membres;
A. overwegende dat overeenkomstig artikel 49 VEU elke Europese staat die de waarden van menselijke waardigheid, vrijheid, democratie, gelijkheid, de rechtsstaat en eerbiediging van de mensenrechten, waaronder de rechten van personen die tot minderheden behoren, eerbiedigt en zich ertoe verbindt deze uit te dragen, een aanvraag kan indienen voor het lidmaatschap van de Europese Unie; overwegende dat deze waarden het fundament zijn van de Europese Unie en leidend zijn voor haar internationale optreden, en door alle lidstaten geëerbiedigd en gehandhaafd moeten worden;
