« Le test avec un appareil de correction auditive est prescrit par un médecin, spécialiste en oto-rhino-laryngologie, sur base d'une audiométrie tonale qui démontre un déficit d'au moins 40 dB (moyenne des mesures aux fréquences de 1 000, 2 000 et 4 000 Hertz) à l'oreille à appareiller».
« De test met de toestellen ter correctie van het gehoor is voorgeschreven door een geneesheer, specialist voor otorhinolaryngologie, op grond van een tonale audiometrie die een verlies van tenminste 40 dB (gemiddelde van de metingen tegen de frequenties van 1 000, 2 000 en 4 000 Hertz) aan het toe te rusten oor aantoont».