« La motivation première de l'extrême urgence peut résider dans la brièveté des délais impartis aux services de renseignement, dans une opportunité de fait se présentant à ces services et requérant de leur part une réaction très rapide ou dans une situation dont la gravité ou les conséquences sont telles que des mesures exceptionnelles s'imposent pour y répondre efficacement » (Doc. parl., Sénat, 2008-2009, n° 4-1053/1, p. 47).
« De eerste reden voor het inroepen van de uiterste hoogdringendheid kan gebaseerd zijn op de korte termijn waarmee de inlichtingendiensten zich geconfronteerd zien wanneer zich een gelegenheid voordoet die van hen een zeer snelle reactie vraagt of in een situatie waarvan de ernst of de gevolgen van die aard zijn dat uitzonderlijke maatregelen zich opdringen om hierop doeltreffend te reageren » (Parl. St., Senaat, 2008-2009, nr. 4-1053/1, p. 47).