Art. 142. Si, pendant sa période d'isolement en cellule, le détenu commet une atteinte grave à l'intégrité physique d'une personne, l'isolement en cellule peut être prolongé, sur la base d'une décision prise conformément à la procédure prévue au chapitre V. L'isolement en cellule ne peut en aucun cas excéder quarante-cinq jours par suite de ces décisions successives.
Art. 142. Indien, tijdens zijn periode van afzondering in de eigen cel, de gedetineerde een zware aanslag pleegt op de fysieke integriteit van een persoon, kan deze afzondering op cel verlengd worden, op basis van een beslissing die genomen wordt overeenkomstig de in hoofdstuk V bepaalde procedure. De afzondering in de eigen cel kan als gevolg van deze opeenvolgende beslissingen in geen geval vijfenveertig dagen overschrijden.