L'article 1 de la loi du 25 juillet 1893 « relative aux déclarations d'appel ou de recours en cass
ation des personnes détenues ou internées » disposait, avant sa modification par l'article 46 de la loi du 14 février 2014 « relative à la procédure devant la Cour de Cassation en matière pénale » : « Dans les prisons centrales, les maisons de sûreté, les maisons d'arrêt et les établissements prévus par la loi de défense sociale du 9 avril 1930, les dépôts de mendicité, les maisons de refuge et les écoles de bienfaisance de l'Etat, les déclarations d'appel ou de recours en cassation en matière pénale sont faites aux directeurs de ces établis
...[+++]sements ou à leur délégué par les personnes qui y sont détenues ou internées.Artikel 1 van de wet van 25 juli 1893 « betreffende de aanteekening van beroep of van voorziening in cassatie
van gevangenzittende of geïnterneerde personen », bepaalde, vóór de wijziging ervan bij artikel 46 van de wet van 14 februari 2014 « met betrekking tot de rechtspleging voor het Hof van Cassatie in strafzaken » : « In de centrale gevangenissen, de huizen van verzekering, de huizen van arrest en de inrichtingen voorzien bij de wet van 9 April 1930, tot bescherming der maatschappij, de bedelaarsgestichten, de toevluchtshuizen en de Rijksweldadigheidsgestichten, worden door de personen die er in opgesloten of geïnterneerd zijn, de v
...[+++]erklaringen van hooger beroep of van voorziening in verbreking in strafzaken, aan de bestuurders van die inrichtingen of aan hun gemachtigde gedaan.