De verdeling van de middelen is als volgt: 1
° Antwerpen: 54.276 euro (vierenvijftigduizend tweehonderd en zesenzeventig
euro); 2° Oost-Vlaanderen: 37.926
euro (zevenendertigduizend negenhonderd en zesentwintig
euro); 3° Vlaams-Brabant: 13.814
euro (dertienduizend achthonderd en veertien
euro); 4° West-Vlaanderen: 37.928
euro (zevenendertigduizend negenhonderd en achtentwintig
euro); 5° Limburg: 15.172
euro (vijftienduizend honderd en tweeënzeventig
euro ...[+++]).