Comme la Cour l'a jugé par ses arrêts n 18/2012, 154/2012, 14/2013, 73/2013, 103/2015 et 152/2015, la possibilité pour le juge administratif, de maintenir d'office, pour des raisons exceptionnelles, par une décision spécialement
motivée et après un débat contradictoire, les effets de dispositions réglementaires ou d'actes administratifs individuels annulés, sous des conditions semblables à celles prévues par l'article 36 du décret du 4 avril 2014, n'est incompatible ni avec les dispositions nationales et internationales invoquées, ni avec les principes d'indépendance et d'imp
...[+++]artialité.
Zoals het Hof bij zijn arresten nrs. 18/2012, 154/2012, 14/2013, 73/2013, 103/2015 en 152/2015 heeft geoordeeld, is de mogelijkheid voor de bestuursrechter om, wegens uitzonderlijke redenen, bij een met bijzondere redenen omklede beslissing en na een debat op tegenspraak, de gevolgen van de vernietigde verordeningsbepalingen of individuele administratieve akten ambtshalve te handhaven, onder soortgelijke voorwaarden als die welke zijn vermeld in artikel 36 van het decreet van 4 april 2014, niet onbestaanbaar met de aangevoerde nationale en internationale bepalingen, noch met de beginselen van onafhankelijkheid en onpartijdigheid.