Elle n'a pas non plus d'effets disproportionnés pour le failli, dès lors que la Cour a considéré dans ses arrêts n° 18/2003 du 30 janvier 2003 et n° 38/2003 du 3 avril 2003 que l'article 1675/13, § 1, du Code judiciaire, interprété comme n'excluant pas de la possibilité de bénéficier d'un plan de règlement judiciaire la personne qui paraît totalement et définitivement insolvable, ne viole pas les articles 10 et 11 de la Constitution lus ou non en combinaison avec l'article 23 de la Constitution.
Het heeft evenmin onevenredige gevolgen voor de gefailleerde, aangezien het Hof in zijn arresten nr. 18/2003 van 30 januari 2003 en nr. 38/2003 van 3 april 2003 heeft geoordeeld dat artikel 1675/13, § 1, van het Gerechtelijk Wetboek, in die zin geïnterpreteerd dat het de persoon die totaal en definitief onvermogend lijkt, niet de mogelijkheid ontzegt om een gerechtelijke aanzuiveringsregeling te genieten, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 23 van de Grondwet, niet schendt.