1. Les États membres qui ont désigné des pres
tataires ATS dans l’espace aérien visé à l’article 1er, paragraphe 3, veillent à ce que les explo
itants des aéronefs empruntant l’espace aérien dont ils ont la responsabilité disposent de services de communication air-sol satisfaisant aux exigences de l’annexe IV, partie B, pour les échanges de données des applications air-sol définies dans les normes de l’OACI spécifiées à l’annexe III, points 2 et 3, compte dûment tenu des éventuelles limitations
...[+++]de couverture inhérentes à la technologie de communication utilisée.
1. Lidstaten die verleners van luchtverkeersdiensten hebben aangeduid in het in artikel 1, lid 3, bedoelde luchtruim zien erop toe dat de exploitanten van luchtvaartuigen die in het onder hun verantwoordelijkheid vallende luchtruim vliegen, kunnen beschikken over lucht-grondcommunicatiediensten overeenkomstig de eisen van bijlage IV, deel B, voor gegevensuitwisselingen van de lucht-grondtoepassingen die zijn gedefinieerd in de in bijlage III, punten 2 en 3 genoemde ICAO-normen, waarbij rekening wordt gehouden met mogelijke beperkingen van het bereik die inherent zijn aan de gebruikte communicatietechnologie.