Les éléments suivants peuvent ainsi être pris en considération: l'objet de la vente (actifs et passifs, maintien de la force de travail, actifs groupés), le prix d'achat, l'identité de l'acquéreur ou des acquéreurs, le moment où la vente a lieu (après l'ouverture de l'examen préliminaire ou de la procédure formelle d'examen ou après la décision finale) ou encore la logique économique de l'opération.
Hierbij kunnen de volgende factoren in aanmerking worden genomen: het voorwerp van de verkoop (activa, passiva, behoud van het personeelsbestand, „bundled” activa), de verkoopprijs, de identiteit van de aandeelhouder(s) of eigenaar(s) van de overnemende onderneming en van de oorspronkelijke onderneming, het tijdstip waarop de verkoop plaatsvond (na de inleiding van het voorlopige onderzoek of de formele procedure of na het eindbesluit) en de economische ratio van de transactie.