Enfin, faisant suite à une décision récente (21) de la Cour d'appel de Bruxelles qui affirmait que « Le parent qui se sert de son propre enfant pour mendier ne commet pas une infraction pénale », le Comité des droits de l'enfant des Nations unies (22) a apporté la clarification essentielle suivante visant à mettre fin aux vide et insécurité juridiques criminogènes en la matière et à la discrimination des droits fondamentaux (23) d'enfants utilisés par leurs parents ou par d'autres membres de la famille, dans un contexte d'exploitation voire de traite des êtres humains:
Na een recente beslissing (21) van het Brusselse hof van beroep, dat stelde : « De ouder die zich van zijn eigen kind bedient om te bedelen, pleegt geen strafrechtelijk misdrijf » ten slotte, heeft het VN-Kinderrechtencomité (22) de volgende essentiële toelichting gegeven om een eind te maken aan het juridisch vacuüm en de rechtsonzekerheid, die criminogeen waren, en aan de discriminatie inzake fundamentele rechten (23) van kinderen die door hun ouders of door andere familieleden worden gebruikt in een context van uitbuiting of zelfs van mensenhandel :