Dans le mois qui suit la libération, le fonctionnaire visé au précédent alinéa fait rapport sur le déroulement de la guidance au ministère public près le tribunal de l'application des peines, et ensuite chaque fois qu'il estime utile ou chaque fois que le ministère public lui en fait la demande, et au moins tous les six mois.
Binnen de maand na de invrijheidstelling brengt de in het vorig lid bedoelde ambtenaar aan het openbaar ministerie bij de strafuitvoeringsrechtbank verslag uit over het verloop van het toezicht, en vervolgens telkens wanneer hij dit nuttig acht of telkens wanneer het openbaar ministerie dit aan hem vraagt, en minstens om de zes maanden.