La Cour a également constaté que cette disposition entrait en vigueur le 7 décembre 2011 sans effet rétroactif et a jugé qu'il convenait d'annuler l'article 33, 7°, b), de l'ordonnance du 25 mars 1999 en ce qu'il ne permettait pas, jusqu'à cette date, de prendre en compte les circonstances atténuantes permettant d'infliger une amende d'un montant moindre que le minimum de l'amende qui y est fixé.
Het Hof heeft eveneens vastgesteld dat die bepaling op 7 december 2011 zonder terugwerkende kracht in werking trad en heeft geoordeeld dat artikel 33, 7°, b), van de ordonnantie van 25 maart 1999 moest worden vernietigd in zoverre het, tot die datum, niet toeliet rekening te houden met de verzachtende omstandigheden die het mogelijk maken een geldboete op te leggen waarvan het bedrag lager ligt dan het daarin vastgestelde minimum van de geldboete.