La Commission estime que, contrairement à la question de l’allocation des coûts dans le cadre d’une étude de compatibilité, comme c’était le cas dans l’affaire Chronopost, le quatrième critère Altmark prévoit qu’en l’absence de procédure d’appel d’offres public, il convient de comparer les coûts de l’entreprise chargée d’une mission de service public à ceux d’une entreprise moyenne, bien gérée et bien équipée.
De Commissie neemt echter het standpunt in dat anders dan in het Chronopost-arrest (dat ging over een kostenallocatie in het kader van een beoordeling of de verleende steun verenigbaar was met de gemeenschappelijke markt), het wezen van het vierde Altmark-criterium juist daarin bestaat dat de kosten van een openbaredienstverlener die niet is gekozen in het kader van een openbare aanbesteding, wel worden vergeleken met de kosten van een gemiddelde, goed beheerde onderneming die zodanig met productiemiddelen is uitgerust dat zij aan de vereisten van de openbare dienst kan voldoen.