(205) On observera à cet égard que l'exposé des motifs du proj
et de loi spéciale, commentant l'article 26, § 1 bis, dont l'insertion est proposée par l'article 4, § 3, du projet, relève que la dispense de poser une question préjudicielle pour les actes législatifs d'assentiment aux « traités cons
tituants de l'Union européenne et la Convention européenne des droits de l'homme ainsi que
ses Protocoles » s'explique non seulement en ra ...[+++]ison du caractère particulier de ces deux textes le premier jette les bases de l'Union européenne et le second, les bases des droits fondamentaux reconnus au niveau européen mais également en raison du contrôle judiciaire suparanational dont ils font l'objet (do c. Sénat, nº 2-897/1, 2000-2001, p. 8).(205) Merken we in dat verband op dat in de memorie van toelichting bij het ontwerp van bijzondere w
et, meer bepaald de commentaar bij artikel 26, § 1bis, waarvan de invoeging wordt voorgesteld door artikel 4, § 3 van het ontwerp, staat te lezen dat de uitsluiting van prejudiciële vraagstelling voor de wetgevende akten houdende instemming met de constituerende EU-verdragen en het Europees Verdrag over de rechten van de mens en zijn Protocollen niet alleen kan worden verantwoord op grond van het bijzonder karakter van deze twee teksten de ene tekst vor
mt de basis voor de Europese ...[+++] Unie en de andere voor de rechten en vrijheden die op het Europees niveau erkend worden , maar eveneens op grond van het feit dat beide verdragen het voorwerp uitmaken van een supranationale rechterlijke controle (Stuk Senaat, nr. 2-897/1, 2000-2001, blz. 8).