Avant de transmettre un mandat européen d'obtention de preuves, l'autorité d'émission doit déterminer si les objets, les documents ou les données pourraient être obtenus en vertu du droit de l'État d'émission dans le cadre d'une procédure comparable s'ils étaient disponibles sur le territoire de l'État d'émission, même si des mesures de procédure différentes devaient être prises.
Alvorens een EEB uit te vaardigen dient de uitvaardigende autoriteit zich ervan te vergewissen dat de voorwerpen, documenten of gegevens volgens het recht van de uitvaardigingsstaat in een vergelijkbare zaak zouden kunnen worden opgevraagd indien zij zich op het grondgebied van de uitvaardigingsstaat bevonden, zelfs al zouden andere proceduremaatregelen worden aangewend.