M. Schouppe poursuit en disant qu'il serait intéressant que le secrétaire d'État précise le sens exact du passage suivant, extrait de l'exposé des motifs du projet de loi: « La gravité de l'infraction fiscale pourra être appréciée sur base de la confection et/ou l'usage de faux documents, mais aussi du montant élevé en jeu et du caractère anormal de ce montant, eu égard aux activités ou à l'état de fortune du client, mais également de la présence d'un des indicateurs de l'arrêté royal du 3 juin 2007 » (do c. Chambre, n 53-2763/1, p. 5).
Senator Schouppe vervolgt dat het interessant zou zijn om van de staatssecretaris te horen hoe de volgende passage uit de Memorie van Toelichting bij het wetsontwerp juist moet worden geïnterpreteerd en spreker citeert : « De ernst van het fiscale misdrijf kan worden beoordeeld op basis van de aanmaak en /of het gebruik van valse stukken, maar ook het omvangrijke bedrag van de verrichting en het abnormale karakter van dit bedrag gelet op de activiteiten of het eigen vermogen van de cliënt, alsook het voorkomen van een van de indicatoren van het koninklijk besluit van 3 juni 2007 » (stuk Kamer, nr. 53-2763/1, blz. 5).