40. réaffirme que la lutte internationale contre le terrorisme et la coopération internationale bilatérale ou multilatérale dans ce domaine, y compris dans le cadre de l'OTAN ou entre les services de renseignements et de sécurité, ne peuvent être menées que dans le plein respect des droits de l'homme et des libert
és fondamentales et doivent s'accompagner d'un contrôle démocratique et judiciaire approprié; invite les États membres, la Commission, le service européen pour l'action extérieure (SEAE) et le Conseil à garantir l'application de ces principes dans leurs relations extérieures, et insiste sur le fait que ces institutions dev
raient eff ...[+++]ectuer un examen approfondi des antécédents de leurs partenaires en matière de droits de l'homme avant d'adhérer à tout nouvel accord, notamment en matière de coopération des services de renseignements et de partage d'informations, réviser les accords actuellement en vigueur lorsque leurs partenaires ne respectent pas les droits de l'homme, et informer le Parlement européen des conclusions de ces examens et de ces révisions; 40. wijst er nogmaals op dat de internationale strijd tegen het terrorisme en de bilaterale en multilaterale internationale samenwerking op dat vlak, bijvoorbeeld in NAVO-verband of tussen inlichtingen- en veiligheidsdiensten, alleen onder volledige eerbiediging van de mensenrechten en fundamentele vrijheden en onder passend democratisch en gerechtelijk toezicht mogen
worden uitgevoerd; verzoekt de lidstaten, de Commissie, de E
uropese Dienst voor extern optreden (EDEO) en de Raad ervoor te zorgen dat deze beginselen in hun buitenland
...[+++]se betrekkingen worden toegepast, en dringt erop aan dat zij pas nieuwe overeenkomsten aangaan als de staat van dienst van hun partners op het gebied van de mensenrechten, met name inzake de samenwerking op het gebied van inlichtingen en informatie-uitwisseling, aan een diepgaande beoordeling is onderworpen en dat zij bestaande overeenkomsten herzien indien de tegenpartij de mensenrechten niet eerbiedigt, en dat zij het Parlement in kennis stellen van de conclusies van dergelijke beoordelingen en herzieningen;