La Cour est interrogée au sujet de la compatibilité de l'article 74/4bis de la loi du 15 décembre 1980 sur l'accès au territoire, le séjour, l'établissement et l'éloignement des étrangers, inséré par la loi du 8 mars 1995, avec les articles 10 et 11 de la Constitution, lus en combinaison avec l'article 6 de la Convention européenne des droits de l'homme et avec certains principes généraux de droit, parmi lesquels le principe du raisonnable et le principe de p
roportionnalité, en tant que le recours introduit auprès du tribunal de première instance contre la décision d'infliger l'amende administrative
dont il s'agit dans ...[+++]cette disposition ne serait pas un recours de pleine juridiction, et que le juge, lorsqu'il examine ce recours, ne pourrait ni prendre en compte des circonstances atténuantes ni moduler le montant de l'amende en fonction de la gravité de l'infraction commise.Het Hof wordt ondervraagd over de bestaanbaarheid van artikel 74/4bis van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, ingevoegd bij de wet van 8 maart 1995, met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en met algemene rechtsbeginselen, waaronder het redelijkheidsbeginsel en het evenredigheidsbeginsel, in zoverre het beroep b
ij de rechtbank van eerste aanleg tegen de beslissing waarbij de in die bepaling bedoelde administratieve geldboete wordt opgelegd, geen ber
...[+++]oep van volle rechtsmacht zou zijn, en de rechter bij de beoordeling ervan noch verzachtende omstandigheden in aanmerking zou kunnen nemen, noch het bedrag van de geldboete zou kunnen moduleren naar gelang van de ernst van de gepleegde inbreuk.