C. considérant que si le déficit budgétaire des États membres est aujourd'hui inférieur à 3 % du PIB, sept États membres seulement (Danemark, Finlande, Irlande, Luxembourg, Pays-Bas, Suède et Royaume-Uni) satisfont à l'exigence d'un budget presque équilibré ou en excédent cependant que la dette publique restée élevée dans de nombreux États membres et que la réduction de cette dette s'opère plutôt lentement,
C. overwegende dat weliswaar alle lidstaten nu een begrotingstekort hebben dat lager ligt dan 3% van het BNP, maar dat slechts zeven lidstaten (Denemarken, Finland, Ierland, Luxemburg, Nederland, Zweden en het Verenigd Koninkrijk) voldoen aan de vereisten van een begroting die zich dichtbij de evenwichtstoestand bevindt of een overschot vertoont en overwegende dat de staatsschuld in veel lidstaten nog steeds hoog is en dat de vermindering daarvan maar traag voortgang vindt,