Dans la quatrième branche est alléguée la violation des articles 10, 11 et 191 de la Constitution, combinés ou non avec l'article 18 de la directive 2003/86/CE du Conseil du 22 septembre 2003 « relative au droit au regroupement familial » (ci-après : la directive relative au regroupement familial) : dans les litiges relatifs au droit au séjour autres qu'en matière d'asile, la disposition attaquée limiterait la compétence du Conseil à l'annulation de l'acte administratif contesté, pris par application de la loi du 15 décembre 1980, alors que les dispositions mentionnées dans la quatrième branche exigeraient que les contestations relatives à l'exercice du droit a
u respect de la vie familiale soient réglées ...[+++] par une juridiction disposant de la plénitude de juridiction en droit et en fait.In het vierde onderdeel wordt een schending aangevoerd van de artikelen 10, 11 en 191 van
de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 18 van de richtlijn 2003/86/EG van de Raad van 22 september 2003 « inzake het recht op gezinshereniging » (hierna : gezinsherenigingsrichtlijn) : in verblijfsrechtelijke geschillen, andere dan geschillen inzake asiel, zou de bestreden bepaling de bevoegdheid van de Raad beperken tot het vernietigen van de bestreden administratieve rechtshandeling, genomen met toepassing van de wet van 15 december 1980, terwijl de in het vierde onderdeel vermelde bepalingen zouden vereisen dat de geschillen me
...[+++]t betrekking tot het recht op gezinsleven worden beslecht door een rechtscollege dat over volle rechtsmacht in rechte en in feite beschikt.