En effet, conformément à l'article 2, 17° et 18°, de l'arrêté royal n° 34 du 20 juillet 1967 relatif à l'occupation de travailleurs de nationalité étrangère (Moniteur belge, 29 juillet 1967), insérés par l'arrêté royal du 19 mai 1995 (Moniteur belge, 1 juin 1995), les membres de la famille d'un étranger C. E. ou d'un Belge sont, à la condition qu'ils viennent s'installer ou s'installent avec celui-ci, dispensés de l'obligation d'obtenir un permis de travail pour exercer une activité salariée en Belgique.
Overeenkomstig artikel 2, 17° en 18°, van het koninklijk besluit n°34 van 20 juli 1967 betreffende de tewerkstelling van werknemers van vreemde nationaliteit (Belgisch Staatsblad, 29 juli 1967), ingevoegd door het koninklijk besluit van 19 mei 1995 (Belgisch Staatsblad, 1 juni 1995), zijn de familieleden van een E.E.R..-onderdaan of van een Belg die zich vestigen of komen vestigen met deze, vrijgesteld van de verplichting om in het bezit te zijn van een arbeidskaart om tewerkgesteld te worden als werknemer.